Nieuws

Inkopen in het sociaal domein: wie doet nu eigenlijk wat?

Nieuws 3 minuten 12 april 2021

Theo Bastiaansen, senior inkoper in het sociaal domein bij de Gemeente Eindhoven, was één van de deelnemers van de leergang Professioneel Inkopen voor het Sociaal Domein: “Ik heb nu veel meer inzicht in hoe het sociaal domein in elkaar zit.”

Inkoopprofessionals die werken in het sociaal domein lopen vaak tegen de complexe context aan. Reden voor het programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein om zesentwintig professionals de kans te geven zich nader te ontwikkelen in het sociaal domein met de leergang van Nevi. Theo Bastiaansen, senior inkoper in het sociaal domein bij de Gemeente Eindhoven, was één van de deelnemers.

Theo heeft veel ervaring als inkoper en productmanager in het bedrijfsleven. Nadat hij zijn eigen functie bij de Rabobank geoutsourcet had, ging hij afgelopen jaar per 1 mei aan de slag als senior inkoper in het sociaal domein bij gemeente Eindhoven. Al snel had hij door dat het vakgebied in de publieke sector erg verschilt van de private sector. Theo: “De publieke sector was voor mij nieuw. Ik vond het leuk om in een dynamische omgeving zoals de gemeente Eindhoven aan de slag te gaan. Ik kwam er in coronatijd, en heb mijn collega’s nog nauwelijks fysiek gezien. Dat maakt het wel ingewikkeld. Maar de mensen zijn gepassioneerd, daar krijg je energie van. De leergang Inkopen voor het sociaal domein sloot precies aan bij wat ik op dit moment nodig had. Het inkopen werkt heel anders dan in de private sector, kijk alleen maar naar de manier waarop het sociaal domein is ingericht: wie doet nu eigenlijk wat?”

Inzicht in krachtenvelden sociaal domein

Theo heeft veel gehad aan de manier waarop de dynamiek en de politiek bestuurlijke context door de trainers in kaart is gebracht. “Een starter in het sociaal domein krijgt met deze leergang een goed beeld van de historie, de relaties tussen de gemeente en de omgeving en tussen interne stakeholders. Het speelveld en de wetgeving in het sociaal domein is heel complex. Aan het triademodel van gedrag dat we gepresenteerd kregen, kan je veel ophangen. Het geeft inzicht in de verschillende krachtenvelden. Je ziet de samenhang en de pijnpunten. Beleid is vaak abstract, dus hoe vertaal je dat naar doelstellingen en concrete opdrachten? De uitdaging is om je richting beleidsmakers open op te stellen en door te blijven vragen en uit te dagen. De leergang liet zien welke hulpmiddelen er nog meer zijn en op welke websites meer informatie te vinden is.”

Waardevol netwerk opgebouwd

Omdat gemeenten worstelen met dezelfde problematieken, vond Theo het een meerwaarde dat de deelnemers allemaal werkzaam zijn in het sociaal domein. “We hadden geluk met de groep. Ze kwamen allemaal uit andere regio’s. Dat maakte het makkelijker om open en transparant te zijn. Met zowel deelnemers uit de beleidskant als het inkoopvak en enkelen belast met de jeugdwetgeving en anderen met de WMO, was het een mooie mix. Iedereen wilde alles delen en leren van elkaar. Ik heb daarmee gelijk een heel nieuw netwerk opgebouwd van collega’s waar ik contact mee kan houden, vragen aan kan stellen en ervaringen mee kan delen. Dat vind ik heel waardevol.”

Online én interactief

“In verband met corona waren de bijeenkomsten online. Ik kan me voorstellen dat je in een fysieke sessie net wat meer diepgang met elkaar kunt hebben. Maar toch zijn de trainers erin geslaagd om interactiviteit te bereiken. Ik vind dat knap. Je praat de hele tijd tegen een scherm aan en reacties aflezen is dan moeilijk. In de kleinere groepssessies konden we meer toespitsen op de eigen praktijk. De bijeenkomsten volgden snel achter elkaar, om de twee weken. Dat was wel inspannend.”

Van theorie naar praktijk

Theo weet zeker dat hij de kennis en ervaring die hij tijdens de training heeft opgedaan, in de praktijk kan brengen: “Ik heb genoten van de leergang en van de lekkere energie van de trainers en de groep. Als eindopdracht ga ik presenteren hoe ik het geleerde toepas in de eigen casus. In onze organisatie is mij nog veel onduidelijk over de processen. Ik ga op zoek naar de samenhang en hoe ik daar zelf scherper op kan acteren. Bijvoorbeeld door af te bakenen waar ik wel en niet van ben en door de juiste mensen op het goede moment te betrekken: een wethouder en de raad, maar ook de mensen die er uitvoering aan moeten geven, zoals de contractmanager en de indicatieverstrekkers, hebben heel veel invloed. Er is nog veel te doen en uit te denken, maar nu gaat de theorie in de praktijk leven.”