De NEVI PMI® van mei kwam uit op 48.7, het hoogste cijfer in drie maanden.
De productieomvang stabiliseerde, na twee maanden van krimp. Hoewel het aantal nieuwe orders bleef dalen, was deze daling het kleinst in 8 maanden. Het aantal exportorders nam licht toe.
De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk nam voor de zesentwintigste maand op rij af. De werkgelegenheid liep wederom terug, zij het in mindere mate dan de drie maanden ervoor. De voorraad gereed product daalde aanzienlijk, maar wel minder dan de voorgaande maand.
De inkoop van materialen en halffabricaten nam af, en de voorraden slonken. De levertijden bleven grotendeels gelijk. De inkoopprijzen daalden in de grootste mate sinds juli 2012. De daling van de verkoopprijzen was de grootste in drieënhalf jaar.
Drie deelindices uitgelicht:
Nieuwe orders index
Het aantal nieuwe orders dat in mei bij de Nederlandse productiebedrijven werd ontvangen, daalde voor de achtste maand op rij. Deze afname was echter gering. De panelleden die een daling noteerden, schreven dit over het algemeen toe aan de zwakke vraag en forse concurrentie.
Nieuwe export orders index
Het aantal ontvangen nieuwe exportorders steeg licht in mei na een stagnatie in de voorafgaande maand. Er werd melding gemaakt van een toegenomen vraag uit Noord-Europa, Azië en Zuid-Amerika. De producenten van investeringsgoederen zagen een flinke toename van het aantal exportorders, terwijl de producenten van halffabricaten een lichte stijging noteerden. Bij de producenten van consumptiegoederen was er echter sprake van een lichte daling.
Ingekocht materiaal index
De inkoopactiviteiten in de Nederlandse industrie liepen in mei voor de drieëntwintigste opeenvolgende maand terug. Deze aanzienlijke afname was vergelijkbaar met die van april. Ruwweg 26% van de panelleden maakte deze maand melding van een daling van de hoeveelheid ingekochte materialen en schreef dit over het algemeen toe aan maatregelen gericht op voorraadreductie.