
Er was in augustus in de Nederlandse productiesector sprake van een stabiele groei die werd ondersteund door aanhoudende stijgingen van de productieomvang en het aantal nieuwe orders.
Toch zorgde een tekort aan grondstoffen voor druk op de toeleveringsketens, wat leidde tot langere levertijden en een grotere kostendruk. De verkoopprijzen werden deze maand in grotere mate verhoogd. Het ondernemersvertrouwen voor de toekomstige productieomvang bleef positief, maar daalde naar een niveau onder het langetermijngemiddelde.
De Nevi PMI® voor de Nederlandse productiesector is een samengestelde indicator die met één cijfer de stand van zaken in de productiesector weergeeft en wordt samengesteld op basis van indicatoren voor nieuwe orders, productieomvang, werkgelegenheid, levertijden en voorraad ingekochte materialen.
De PMI-hoofdindex bleef met 51.9 ongewijzigd en wees voor de derde maand op rij op een verbetering van de bedrijfsomstandigheden in de sector. De positieve invloed van de deelindexen voor productieomvang, levertijden en werkgelegenheid compenseerde de kleinere stijging van het aantal nieuwe orders en een hernieuwde daling van de materiaalvoorraad.
Het totale aantal ontvangen nieuwe orders steeg in augustus voor de derde achtereenvolgende maand en de bedrijven maakten melding van het binnenhalen van nieuwe projecten.
Deze stijging was echter bescheiden en de kleinste in deze drie maanden. De bijna-stagnatie van de buitenlandse verkoop droeg hieraan bij. De toename van het aantal nieuwe buitenlandse orders was miniem en stond in schril contrast met de forse stijging die in juli werd genoteerd.
Toch lieten de laatste gegevens een aanzienlijke en grotere stijging zien van de productievolumes in de Nederlandse industrie na vijf maanden waarin deze slechts in geringe mate toenamen. De groei bereikte in augustus het hoogste niveau in vijftien maanden.
Dit spoorde de productiebedrijven in augustus aan om nieuw personeel aan te nemen, vaak via tijdelijke contracten. Net als de productieomvang was de banengroei aanzienlijk en zelfs het grootst sinds december 2022. In lijn met de tendens waarvan al sinds begin 2023 sprake is, hadden de bedrijven deze maand voldoende capaciteit om hun achterstanden te verkleinen. De daling van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk was fors en de grootste sinds maart.
Na de groei in juli verkleinden de bedrijven hun inkoopactiviteiten in augustus, al was de daling van de hoeveelheid ingekocht materiaal beperkt. Als gevolg hiervan was er sprake van een hernieuwde afname van de materiaalvoorraden, waarbij sommige bedrijven aangaven hun voorraden te willen optimaliseren. Deze laatste daling was echter bescheiden.
Aan de aanbodzijde waren de levertijden in augustus voor de derde opeenvolgende maand langer. Dit was volgens de panelleden met name het gevolg van voorraadtekorten bij de leveranciers. De verslechtering van de prestatie van leveranciers was de grootste in zes maanden.
Materiaaltekorten droegen eveneens bij aan de toename van de operationele kosten. Met deze laatste stijging van de inkoopkosten komt de huidige tendens van hogere inkoopprijzen op bijna anderhalf jaar. De inflatie was lager dan in juli, maar bleef fors. De bedrijven verhoogden in augustus hun verkoopprijzen in grotere mate, in een poging de hogere kostendruk door te berekenen aan klanten. De verkoopprijsinflatie was eveneens fors en bereikte het hoogste niveau in vier maanden.
De bedrijven bleven in augustus positief over de groeivooruitzichten voor de productieomvang in de komende twaalf maanden. Deze positieve stemming werd ondersteund door nieuwe klantenwinning, plannen voor capaciteitsuitbreiding en algemene groeiambities. Het ondernemersvertrouwen daalde echter naar het laagste niveau in vier maanden en was historisch gezien aan de lage kant.
Wil je een abonnement op de Nevi PMI? Lees meer