Inkopen in de publieke sector is anders dan in de private sector. De politieke context waarin de inkoper acteert is bijzonder. Organisaties zijn vaak complex met veel verschillende belangen, uiteenlopende stakeholders en verantwoordelijke budgethouders. Daarbij komt dat er veel stakeholders zijn die met regelmaat van mening veranderen zodat beleid en middelen wijzigen.
Value for taxpayer’s money
Bij de inkoopfunctie van de overheid hoort het verkrijgen van waarde voor de maatschappij en haar burgers voorop te staan. De diverse overheden kopen jaarlijks voor circa 150 miljard in, waarvan het overgrote deel ICT, Infrastructuur en Bouwprojecten betreft. De hele waardeketen die daarachter hangt (van leveranciers tot de toeleveranciers van de toeleveranciers) is van groot belang voor de Nederlandse economie. De waardeketen is afhankelijk van de overheid als professionele opdrachtgever. En lang niet alle organisaties in het publieke domein zijn mede door de complexiteit professioneel opdrachtgever waardoor besparingen, innovaties, duurzaamheidsdoelstellingen en een betere marktwerking in de knel komen.
De pijn zit vaak in het niet goed (kunnen) formuleren van de uitvraag, onvoldoende kwaliteit van bestekken, beperkte kennis van de markt en onduidelijke procedures, waardoor er ruimte blijft voor interpretatie. Hetgeen soms zelfs leidt tot (on)bewust oneigenlijk doorschuiven van verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden op de opdrachtnemer. Door de inkoopfunctie professioneel in te richten, te ondersteunen en te borgen voorkom je weglekken van waarde.
Sociaal ondernemen
De Tweede Kamer vind dat Sociale ondernemingen voorrang moeten krijgen bij overheidsaanbestedingen. Ze moeten makkelijker kunnen ondernemen: niet alleen uit winstoogpunt, maar ook uit maatschappelijk oogpunt. Volgens Nevi Publiek is het herkenbaar dat de overheid bij het kiezen van een leverancier, rekening wil houden met het type organisatie. Vaak gaat het dan om het MKB.
Rechtsbescherming en Commissie van Aanbestedingsexperts (CvAE)
Medio 2018 heeft de Tweede Kamer een aantal moties aangenomen om de rechtsbescherming bij aanbesteden in brede zin te onderzoeken. Ook is de evaluatie van de Commissie van Aanbestedingsexperts (CvAE) onderdeel van het onderzoek. Voor dit onderzoek heeft Nevi Publiek haar achterban (leden en niet-leden) gestimuleerd aan de evaluatie mee te werken en hebben wij onze reactie gestuurd. Onze insteek loopt behoorlijk in de pas met de beleidsvoornemens van het ministerie, en biedt hier en daar een verrrijking in termen van verbinden van de lokale 'klachtencommissie' en de CvAE.
Sociaal domein
Begin 2018 werd door GroenLinks een initatiefwet over het afschaffen van Europese aanbestedingsregels voor het sociaal domein aangekondigd. In een reactie laat Nevi Publiek weten niet voor afschaffing te zijn, maar voor aanpassing. In een reactie op het daadwerkelijke Initiaftiefvoorstel (december 2018) geeft Nevi nogmaals aan waarom aanpassing de voorkeur geniet boven afschaffing.
Lees ook de reactie van Nevi op plannen minister De Jonge.
Gedragscode .
Nevi vindt het van zeer groot belang dat inkoopprofessionals ethisch handelen. Daarom is een Nevi Gedragscode ontwikkeld die inkopers handreikingen biedt bij het omgaan met ethische dilemma’s in het inkoopproces. Ethisch handelen is niet af te dwingen met regels, maar zal aan de hand van het specifieke geval bezien dienen te worden. Nevi gaat er vanuit dat haar leden de code onderschrijven en naleven. Medio september is de Nevi Gedragscode aangenomen door IFPSM.
In het kort komt het erop neer dat de inkoopprofessional integer is, altijd probeert om ethisch juist te handelen en ervoor open staat om te leren. Hij neemt de geldende wetten en regels in acht, respecteert eerlijke concurrentie, behandelt zakelijke partners rechtvaardig en scheidt zakelijke en persoonlijke belangen. Hij beschermt handels- en bedrijfsgeheimen en is zich bewust van zijn positie bij het gebruik van social media.
De Gedragscode richt zich niet alleen op de inkoopprofessional. De inkoopfunctie maakt onderdeel uit van het maatschappelijk handelen van de organisatie. De Gedragscode moet dus binnen de eigen organisatie worden besproken, maar ook met de leverancier. Idealiter wordt de Gedragscode opgenomen in de maatschappelijke code die het bedrijf of organisatie als geheel hanteert.