De NEVI PMI® steeg van 52.5 in maart naar 54.0 in april. Dit hoogste cijfer in drie maanden wijst op een fors betere prestatie van de industrie.
De productie steeg opnieuw, deze maand in de grootste mate sinds november vorig jaar. De nieuwe orders namen flink toe, waarbij de stijging van de export orders aanzienlijk was. Door de toegenomen verkoop daalde de voorraad gereed product. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk bleef dalen, wat duidt op overcapaciteit bij een aantal bedrijven.
De werkgelegenheid nam voor de tweede maand op rij toe. Deze stijging bleef bescheiden, maar was wel groter dan in maart.
De hoeveelheid materialen die de producenten inkochten, steeg voor de eenentwintigste op rij en in de grootste mate sinds november vorig jaar. De voorraad ingekochte materialen daalde echter, zij het licht. De levertijden van de materialen waren opnieuw langer.
De inkoopprijzen stegen voor het eerst in acht maanden en wel aanzienlijk. De grote concurrentiedruk deed de verkoopprijzen echter dalen.
Drie deelindices uitgelicht:
Productie index
De producenten in Nederland maakten in april opnieuw melding van een toename van de productieomvang. De huidige periode van groei komt hiermee op twee jaar. Deze toename was bovendien de grootste sinds november vorig jaar. De producenten van investeringsgoederen noteerden de grootste stijging.
Productie niet gereed index
De gegevens voor april wijzen op een verdere daling van achterstanden bij de Nederlandse productiebedrijven. Deze laatste daling van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk was de zestiende in evenzoveel maanden en vergelijkbaar met de bescheiden daling van maart. Sommige respondenten schreven de kleinere achterstanden toe aan de overcapaciteit bij hun bedrijven.
Inkoopprijs index
De gemiddelde inkoopkosten in de Nederlandse productiesector stegen in april voor de eerste keer in acht maanden. De kosteninflatie was behoorlijk. Bijna een kwart van de panelleden maakte melding van hogere inkoopprijzen tegenover ongeveer 12% die melding maakte van de daling. De panelleden schreven de hogere inkoopprijzen in veel gevallen toe aan de zwakke wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar.