Albert Jan Swart
Sectoreconoom industrie
ABN AMRO
Lees het redactioneel commentaar van Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO over de Nevi Inkoopmanagersindex van november 2024.
De Nevi Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie is verder gedaald, van 47,0 naar 46,6 over november. Vooral de voorraden ingekochte materialen namen af, de productie en het aantal nieuwe orders daalden gestaag.
De industrie blijft het moeilijk hebben, mede door de hoge rente van de laatste jaren. Er wordt minder gebouwd, wat de vraag naar bouwmaterialen drukt, en bedrijven en consumenten kopen minder auto’s en kapitaalgoederen, zoals machines. De industrie kampt met overcapaciteit met als gevolg lagere winstmarges en investeringen.
Met name de Europese industrie heeft het moeilijk. Duitsland, onze belangrijkste handelspartner, kampt met de grootste problemen. De grote auto-industrie in het land heeft last van lagere verkopen en moordende concurrentie uit China op het vlak van elektrische auto’s. Mede daardoor verkeert ook de staalmarkt in crisis. Door de lagere autoproductie en het knappen van de vastgoedzeepbel in China is de vraag naar staal ingestort, wat de prijzen drukt. In oktober meldde Volkswagen al een reorganisatie waarbij mogelijk tienduizenden banen in Duitsland verdwijnen. In november meldden ook Bosch, dat veel technologische onderdelen levert aan de auto-industrie, en de grote staalfabrikant Thyssenkrupp duizenden banen te schrappen.
Ook beschikt Duitsland over grote energie-intensieve industrieën, zoals de chemie en staal, die onder druk staan vanwege hoge energieprijzen. De gasprijs is lager dan tijdens de energiecrisis van 2022 als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne, maar ligt nog altijd bijvoorbeeld drie keer zo hoog als vijf jaar geleden. Europa gebruikt meer LNG, wat leidt tot hogere prijzen. Dat tast de concurrentiepositie van Europese bedrijven die veel gas verbruiken aan. Ook elektriciteitsprijzen liggen hoger dan voorheen, onder andere door de hogere gasprijs die de inzet van gascentrales voor de opwek van elektriciteit duurder maakt. Die productie is vooral nodig tijdens donkere dagen met weinig wind en zon.
De overwinning van Donald Trump in de Verenigde Staten (VS) leidt tot onzekerheid voor het bedrijfsleven, met name voor industriële bedrijven die veel naar de VS exporteren. Tijdens zijn verkiezingscampagne kondigde de komende president importheffingen aan van 10 tot 20 procent op Europese producten. Het is zeer onzeker of Trump deze plannen doorzet. In 2018 dreigde hij ook al eens met forse importheffingen op Europese producten – waaronder Duitse auto’s – maar na onderhandelingen met de Europese Commissie gingen die grotendeels van tafel. Of de Europese export echt wordt belemmerd hangt dus sterk af van het verloop van eventuele onderhandelingen. Voorlopig blijven producenten echter in onzekerheid, wat de komende maanden de investeringen onder druk kan zetten.
Herstel van de vraag is hard nodig, ook voor de Nederlandse industrie. Uit de Nevi Inkoopmanagersindex blijkt dat de orderportefeuilles slinken in het hoogste tempo in ruim een jaar.
Het lijkt erop dat de forse investeringen in Artificial Intelligence (AI) de problemen kunnen verzachten. Dankzij een snelle groei van investeringen in onder andere datacenters neemt de vraag naar geavanceerde chips toe. Chipmachinefabrikant ASML zou daar komend jaar van kunnen profiteren, en met ASML ook vele Nederlandse toeleveranciers.
Met het relatief lage vertrouwensniveau van dit moment blijft de onzekerheid groot. Concurrentie uit China, de hoge energieprijzen en een mogelijke handelsoorlog drukken het sentiment. Tegelijk kunnen verdere rentedalingen de vraag naar industriële producten komend jaar stimuleren. Een dalende korte rente maakt de financiering van voorraden goedkoper en een daling van de lange rente kan leiden tot toenemende vraag naar bijvoorbeeld bouwmaterialen, auto’s en machines.
Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO
Partner ABN AMRO