Nevi PMI wijst op snelle groei industrie, maar hogere kosten verwacht door invasie Rusland in Oekraïne.
Invasie leidt tot hogere kosten voor Nederlandse industrie
"De respondenten hebben hun antwoorden ingestuurd voordat Rusland de invasie van Oekraïne startte," zegt Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO in zijn redactionele commentaar deze maand op de Nevi PMI. "De Nederlandse industrie krijgt te maken met hogere kosten voor olie, gas en metalen. Sommige ondernemers kunnen ook last krijgen van economische sancties richting Rusland. Jaarlijks importeert Rusland voor zo’n 5 miljard euro aan Nederlandse industriële goederen, waaronder chemicaliën, landbouwmachines en medische apparatuur. Dat is ongeveer anderhalf procent van de totale export van industriële goederen.”
“De Nevi PMI van afgelopen maand maakt duidelijk dat we richting normalisatie na de pandemie gaan. Ondanks de stijging van de index en daarmee de snelle groei van de industrie is het afwachten wat de impact van de invasie door Rusland in Oekraïne gaat hebben.”Algemeen Directeur bij Nevi
Drie deelindices uitgelicht:
Productie
De productie van goederen in Nederland nam in februari voor de negentiende maand op rij toe. Deze groei was minder groot dan in januari, maar bleef aanzienlijk en ruim boven het langetermijngemiddelde. De bedrijven schreven de grotere productieomvang toe aan de verbetering van de vraag, een betere bezettingsgraad van de capaciteit en een grotere hoeveelheid beschikbare materialen. De producenten van investeringsgoederen noteerden wederom de grootste stijging, gevolgd door die van consumptiegoederen.
Nieuwe exportorders
Het aantal ontvangen nieuwe orders van klanten uit het buitenland was in februari opnieuw groter. Er is nu al vanaf augustus 2020 maandelijks sprake van een stijging. Deze stijging was bovendien de grootste in vijf maanden. Er was in februari in alle drie subsectoren sprake van een grotere toename vergeleken met de maand ervoor.
Productie niet gereed
De gegevens voor februari lieten een verdere toename zien van de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk. Deze grotere achterstanden werden toegeschreven aan de vertraagde levering, tekorten aan materialen en componenten en het grote verzuim van personeelsleden. Deze toename was echter de kleinste in de huidige periode van groei van vijftien maanden. Er was in de subsector halffabricaten zelfs sprake van een lichte daling van de achterstanden.