Qua toegevoegde waarde van exportproducten verdient Nederland het meest aan machines en machineonderdelen. De toegevoegde waarde door de export van machines, zoals chipmachines en machines voor de voedingsmiddelenindustrie, was in 2018 bijna 16 miljard euro. Dat is bijna 4 miljard euro meer dan in 2015, aldus het CBS.
Metaal en metaalproducten
Na machines zijn metaal en metaalproducten met bijna 6 miljard euro het meest profijtelijke exportproduct. Sierteelt komt op een derde plek met exportverdiensten van bijna 5,5 miljard euro. Aardgas, kunststoffen, vlees en organische chemie leverden Nederland elk tussen 4,5 en 5 miljard euro aan exportverdiensten op in 2018. Ook zuivel, farmaceutische producten en voedingsbereidingen hebben een plek in de top tien. Van de tien belangrijkste exportproducten van Nederlandse makelij was alleen bij aardgas de toegevoegde waarde in 2018 lager dan in 2015.
Voeding en dranken zijn grootste omzetcategorie
Nederland verdient qua omzet het meest aan de export van voeding en dranken, net iets meer dan aan machines en apparaten. De goederencategorie voeding en dranken omvat vlees, zuivel en voedingsbereidingen. Maar ook groenten, cacaoproducten, dranken en bereidingen van groente en fruit maken hiervan deel uit.
Exportverdiensten per euro Nederlands product gedaald
Gemiddeld verdient Nederland op elke euro Nederlandse makelij die wordt geëxporteerd 51 eurocent. Dat is minder dan in 2015 (53 eurocent). Aan een euro natuurproduct of grondstof verdient Nederland via de export het meest, gemiddeld 64 eurocent. Fabricaten (bijvoorbeeld metaalproducten en textielwaren) komen uit op 63 eurocent per euro export. Voeding en dranken (59 eurocent) en vervoermaterieel (53 eurocent) zijn ook bovengemiddeld winstgevend voor Nederland.