De EU heeft nieuwe aanbestedingsrichtlijnen vastgesteld, die in 2016 in de aanbestedingswet moeten zijn opgenomen. Hoogleraar Europees en internationaal aanbestedingsrecht Elisabetta Manunza van de Universiteit van Utrecht verwacht dat de ruimte van nationale overheden om zelf keuzes te maken groter wordt. ‘Helaas is dat alleen voor de overheid, niet voor de inschrijvers. Zo kunnen de inschrijvingstermijnen onder omstandigheden langer zijn. Dat is leuk voor de overheid, maar niet voor inschrijvers die nu reeds alle zeilen moeten bijzetten’, aldus Manunza in een interview met Deal! - magazine voor inkoop en supply management -.
Er komen ook meer uitsluitingsgronden en de hoogleraar houdt daarvoor ‘het hart vast. Idealiter klinkt het prachtig dat bijvoorbeeld kinderarbeid een uitsluitingsgrond is, maar hoe bewijs je dat er sprake van is?’ Een gevolg van meer uitsluitingsgronden is ook dat het gevaar van willekeur groter wordt. Verder komen er ook extra procedures die overheden naar believen kunnen invoeren, en waarvan Manunza zich afvraagt of die nu wel meerwaarde hebben.
‘Ik hoop dat de Nederlandse overheid de juiste keuzes binnen die grotere ruimte gaat maken. Meer ruimte betekent niet dat het eenvoudiger wordt te handelen. Regels geven de overheidsinkoper kaders waar binnen te handelen maar hoe maak je binnen die kaders de juiste keuzes? Er zullen kortom onvermijdelijk veel vragen over de rechtmatige toepassing van de nieuwe regels komen’, verwacht Manunza.