Gedurende de maand maart kende de Nederlandse industrie een lichte opleving. Dit valt af te leiden uit de NEVI Purchasing Managers Index die in maart uitkwam op 53.6 (vorige maand 51.7) (waarde > 50 wijst op toename van de bedrijfsactiviteiten ten opzichte van de vorige maand; waarde
Dit is het hoogste cijfer in 5 maanden. Hoe valt dit meevallende cijfer te verklaren? De oorzaak is gelegen in de almaar dalende inkoopprijzen van olieprodukten, grondstoffen en halffabrikaten. Deze vertalen zich in lagere verkoopprijzen en deze stimuleren op hun beurt de markvraag. Uit zowel binnenland als buitenland. De export steeg van 52.1 naar 54.4 en de binnenlandse vraag registreerde een waarde van 53.3 tegenover 50.0 een maand geleden. Deze cijfers ondersteunen de verwachting van het Centraal Plan Bureau deze week dat de Nederlandse economie de komende jaren gemiddeld 1.8% zal groeien. Mits er geen externe verstoringen optreden!
De goede orderpositie in de Nederlandse industrie vertaalt zich in hogere productievolumes en daarmee ook in een hogere werkgelegenheid. De werkgelegenheidsindex kwam in maart uit op 53.0, de hoogste waarde sinds december 2015. Is er dan geen enkel negatief bericht te melden? Niet echt of het moeten de steeds langere levertijden van bedrijven zijn die klagen dat hun toeleveranciers steeds meer een bottleneck gaan vormen. Inkopers zullen op zoek moeten naar aanvullende capaciteit!
Met deze maand is de licht dalende trend van de voorgaande maanden even kort doorbroken. Volgende maand zullen we zien of deze ontwikkeling gaat doorzetten. Een mooi perspectief. Ik handhaaf mijn rapportcijfer op 8.0.