De vlucht naar voren van westerse bedrijven naar goedkope productielanden in Azië loopt teneinde. Dat menen onderzoekers van het Global Supply Chain Institute van de University of Tennessee. Vele bedrijven zouden hun huiswerk niet goed hebben gedaan, omdat ze zich op korte termijn besparingen richten en niet goed naar de total cost of ownership hebben gekeken.
Omdat nu blijkt dat de kwaliteitskosten stijgen, lead times langer zijn en er ook nog eens vaak grotere risico’s kleven aan het zakendoen in Aziatische lage lonen landen, komen inkopende bedrijven tot de slotsom dat de papieren besparingen ook papieren besparingen blijven. De onderzoekers voorspellen een toekomst waarin de mondiale toeleveringsketens uiteenvallen in een waaier van meer regionaal georganiseerde supply chains die de betreffende deelgebieden (voor een belangrijk deel) bevoorraden. Inkoop en productie zullen meer regionaal, in plaats van mondiaal, gaan plaatsvinden, aldus deze Amerikaanse denktank.
Ze ontwikkelden ook een instrument om vast te stellen in hoeverre de verschillende regio’s klaar zijn voor deze nieuwe toeleveringsstructuur. Daarbij namen ze 55 landen in tien regio’s onder de loep en gaven die op basis van economische, politieke, infrastructurele en competentie-kwaliteiten een rating van A, B, C of D. Alleen Hong Kong kreeg een A. De VS, Canada, Duitsland, Zweden, Singapore, het Verenigd Koninkrijk én Nederland kregen een A-.